Vaseline®, Google®, Kleenex®, Glassex®, TomTom®, Barbie®, Waxine®, Bic®, Botox®, Zodiac®, Polaroid®, Bikini®, Lego®, Tipp-Ex®, Bobcat®, Cellofaan®, Compact Disc®, Trampoline®, Ranja®, Cruesli®, Smarties®, Dictafoon®, Stanleymes®, Nylon®, iPod®, Dixi®, Post-It®, Discman®, Teflon®, Frisbee®, Heroine®, Tupperware®, Popnagel®, Inbussleutel®, iPad®, Jacuzzi®, PC®, Jeep®, Tempex®, Kerosine®, Pamper®, Kevlar®, Thermoskan®, Kliko®, Tarmac®, Vespa®, Kodak®, Labello®, Skai®, Linolium®, Zeppelin®, Maggi®, Maïzena®, Meccano®, Playmobil®, Winchester®, Nescafé®, Plexiglas®, Valium®,Prittstift®, Aspirine®, Semtex®, Solex®, Chocomel®, Spa®, Tefal®, Corn Flakes®, Velux®, Viagra®
Zomaar een lijstje met geregistreerde merknamen die verworden zijn tot soortnamen (bron: Wikipedia).
Een verrijking van de taal, dat wel. Maar voor het merk zelf vaak een verarming. B-merken worden namelijk óók onder deze soortnaam aangeduid, dus varen B-merken en ook huismerken mee op het succes van deze soort A-merken.
Is hier iets aan te doen?
Antwoord: Nee!
Het verworden tot een soortnaam is niet juridisch geregeld. Wat we wel kunnen doen is dit fenomeen, het meevaren op de bekendheid van zo’n soortnaammerk, een eigen aanduiding geven; die was er namelijk nog niet.
In de Engelse taal is er wel een naam voor. Hier heet dit Genericide, wat zoveel betekend als ‘generiek moorden’.
Omdat de ‘free ride’ op de bekendheid van merken die tot soortnaam verworden zijn, een andere betekenis heeft dan ‘generiek moorden’, willen wij dit fenomeen dan ook een duidelijke en meer beschrijvende naam geven.
Vanaf nu noemen we dit fenomeen: Merkfilantropie©.
Omschrijving?: Het meevaren op het succes van de (vrijwel) tot soortnaam verworden merknaam van een A-merk.
Dat u het weet.
(blog eerder geplaatst op 13 februari 2012)
